JEZUS STAAT AAN MIJN BED
Trijntje is net gescheiden van haar gewelddadige echtgenoot Henk. God, kerkgang, geloof en bidden. Dit zijn woorden die Trijntje helemaal niets meer zeggen. Ze doet al 10 jaar lang niets meer aan religie. Haar leven is 1 grote puinhoop en ze vraagt zich af: ‘Als er een God is, waarom is er dan zoveel leed? Waarom moet ik dan zoveel lijden? Waar was Hij toen ik zo gruwelijk mishandeld werd? Er bestaat geen God want anders had Hij dit echt niet allemaal toegelaten’.
Door Doriet Begemann // Om privacyredenen zijn de namen in dit verhaal veranderd
In het prille begin van haar huwelijk gaat ze alleen naar de kerk voor de schijn. Maar al gauw wordt het kerkbezoek geminimaliseerd tot een paar keer per jaar. Trijntje: “Af en toe gingen we voor de show naar de kerk. Je moet dan denken aan de christelijke feestdagen zoals Kerst, Pasen en Pinksteren.”
Vijf weken vanaf het moment dat Trijntje na haar scheiding weer terugkeert aan de Kerkweg gebeurt er iets bijzonders. Zij mag God vaarwel hebben gezegd, maar God is haar zeker niet vergeten.
Hij zoekt Trijntje persoonlijk op om kenbaar te maken dat Hij bestaat. Op het dieptepunt van haar leven, als haar hulpgeroep is verstomd tot de stilte waarin een mens in eenzaamheid teruggeworpen is op zichzelf, grijpt God in.
Moe
Na een lange dag zoekt Trijntje in de avond haar bed op. Maar midden in de nacht wordt ze plots wakker. Er staat een persoon naast haar bed. In het holst van de nacht knoopt de man een gesprek aan met Trijntje.
Hij vraagt: “Waarom ben jij zo bezorgd?” Alsof het de normaalste zaak is van de wereld dat een compleet vreemde man naast je bed staat en je aanspreekt, denkt ze alleen maar: “Nou, dat is een onnozele vraag.” Zij verwoordt haar gedachte op een andere manier en zegt:
“Waarom ik me zo bezorgd maak?! Ik heb niets, ik weet het niet meer en hoe moet het nu verder? Mijn vader wil mij niet meer als dochter en mijn moeder zwalkt ertussenin. Hoe bedoel je, waarom maak jij je bezorgd!?”
De persoon gaat niet in op het ietwat brutale antwoord van Trijntje. Hij stelt een wedervraag waarin de meest liefdevolle boodschap is verpakt die een mens zich maar kan wensen. Hij zegt:
“Als je nu eens op God gaat vertrouwen. Als je nu eens Mij als Here Jezus en Middelaar aanneemt, en Mij gaat vertrouwen, dan zal Ik altijd voor je zorgen.”
Van dit antwoord wordt Trijntje heel erg stil. Ze denkt na en ze valt in een diepe slaap. Hoe lang ze geslapen heeft, weet ze niet meer, maar als ze voor de tweede maal wakker wordt, staat de persoon er nog. Zij zet het gesprek gewoon voort en antwoordt:
“Als het zo simpel is, dan wil ik dat. Zeg dan maar wat ik doen moet.”
De man zegt het volgende:
“Je moet liefhebben boven alles. De mensen die jou niet liefhebben, moet jij proberen meer lief te hebben. Dat is Mijn inzet om de mensheid een ander gezicht te geven.”
“Dat was het”, zegt Trijntje op een nog steeds verbaasde toon alsof ze veel meer opdrachten had verwacht. “Dat was alles en toen ging Hij weg met de woorden: ‘Ik zorg voor je. Als je Mij liefhebt en Mij als Redder ziet, dan zal Ik voor je zorgen’.”
Het was Jezus
“Ik wist het een en ander van het geloof af zoals wat bidden was. Toen heb ik voor het eerst in 10 jaar echt gebeden. Vroeger bad ik wel, maar meer voor het oog van de wereld en zeker niet voor God. Ik kan niet beschrijven hoe die Man eruit zag of wat voor kleren Hij droeg. Wat daar naast mijn bed stond, was een gevoel. Ik kan het niet uitleggen, maar ik weet wel zeker dat het Jezus was.”
De volgende dag legt Trijntje haar kinderen uit wat haar overkomen is en dat ze bezoek heeft gehad van Jezus. Op dat moment zegt haar oudste zoon: “Dit heb ik ook meegemaakt. Ik heb ook Jezus aan mijn bed gehad met dezelfde belofte.” De zondag na de bijzondere ontmoeting met Jezus gaat Trijntje naar de kerk. Haar 4 jongens gaan zonder morren mee en zijn vanaf toen altijd meegegaan naar de kerk.